Opgericht in Urmond anno 1906

Geschiedenis van Fanfare St. Martinus

Op 6 december 1906 richtten 45 Urmondenaren de fanfare Sint Martinus op. In het zaaltje van koster Cosemans werd de beslissing genomen, terwijl door de betrokkenen het eerste reglement van de fanfare op 24 januari 1907 in het koffiehuis van de weduwe Muris-Heijen getekend werd. Daarmee kon de fanfare, die ontstaan was uit de overblijfselen van het Sint Gregoriuskoor, van start.
Voor 464 gulden werden in Maastricht twintig nieuwe instrumenten gekocht. De leden betaalden iedere een tientje daarvoor, te voldoen in twee termijnen. Er moest ook muziek komen. De eerste mars werd uit Antwerpen gehaald: Entre Nous heette dat kunstwerk. Dat onder ons werd vrijwel letterlijk opgevat. Het oefenen gebeurde op een stille plaats, achter de sloot, omdat de muzikanten niet erg gesteld waren op het Urmondse publiek. er was nog niet veel vertrouwen in de eigen prestaties. Een van de doelstellingen van de fanfare was het bevorderen van het sociaal verkeer en het gezellig samenzijn. Vooral dit laatste werd ijverig gepraktiseerd. Zodra tijdens een repetitie, daar achter de sloot, de mars gelijktijdig besloten werd, was dat een reden voor een feestje. Er werd een kratje bier aangerukt om dat te vieren.

fanfare_meeuwissen_576x268-large

De fanfare groeide gestaag in ledenaantal en aktiviteit, maar nog niet zozeer in muzikaal kunnen. In de beginjaren stond de vereniging onder leiding van Gerard Bergevoet, H. Janssen en Louis Cosemans. Cosemans stond ruim 12 jaar voor het korps en wisselde in 1933 die positie met dirigent Tjeu Janssen. Om het rijtje dirigenten compleet te maken: in 1968 gaf Janssen het stokje over aan August Thissen. In 1912 heeft waarschijnlijk (dat weet men echter niet zeker)een zekere Bergmans nog een tijdje de touwtjes in handen gehad. August Thissen werd in 1987 opgevolgd door Maurice Hamers, die vervolgens in 1997 de dirigeerstok overgaf aan Rob van der Zee.

Tijdens het 25-jarig bestaansfeest kreeg de fanfare van de Urmondse bevolking haar eerste drapeau aangeboden. Daarvoor had zij het moeten doen met het drapeau van het Gregoriuskoor. De zusters Franciscanessen Missionarissen van Maria maakten dat nieuwe vaandel voor 266 gulden. De vereniging groeide verder. Er moesten nieuwe instrumenten aangeschaft worden en oude gerepareerd. Er werden serieuze ouvertures en marsen gekocht. In 1939 kocht de vereniging de beroemde mars Alte Kameraden van C. Teike. De mars kostte 3,10 gulden. Daar was 6 cent porto bij inbegrepen.
Een volgende belangrijke stap op weg naar de volwassenheid volgde met de aanschaf van uniforme kleding. Au Chapeau Rouge te Sittard leverde de fanfare 43 uniformpetten. In 1956 was de vereniging aan volledig uniformen toe. Schunck Heerlen leverde ze voor 45 muzikanten. Een speciaal uniformenfonds bracht bijna 6000 gulden bijeen en de fanfare investeerde 1200 gulden uit eigen middelen. Een hoogtepunt in het bestaan van Sint Martinus is ontgetwijfeld de verwezenlijking van haar eigen zaal. In november 1965 werd de zaal door Burgemeester Coenders geopend. Het gebouw is voornamelijk tot stand gekomen door hard werken van bestuur en leden. In 1968 wordt een “gemengde” drumband opgericht. De oude drumband was langzaam dood gebloed. De nieuwe drumband komt onder de bekwame leiding van Willy Smits uit Obbicht te staan. De vereniging koopt voor duizenden guldens uniformen en instrumenten, trommen en dan weer nieuwe uniformen. En het geld kwam er steeds. De Urmondse bevolking steunt haar fanfare door dik en dun. Niet alleen in 1906, toen stiekem nog gelachen werd over de muzikale prestaties van de fanfareleden, maar ook in 1981, als de fanfare zich de tijd niet meer kan herinneren dat zij zich moest schamen voor haar prestaties. Ook aan daadwerkelijke steun van gemeentewege heeft het de vereniging nooit ontbroken. De fanfarezaal is reeds eenmaal uitgebreid om concerten te kunnen geven. Nu zijn de plannen voor een nieuwe uitbreiden en isolering, om te kunnen voldoen aan de nieuwe geluidsnormen, in een vergevorderd stadium van ontwikkeling.

 

Eerste prijs (met lof der jury)
In 1933 wilden de muzikanten hun kunnen eens gaan meten. Na enige discussie met directeur Louis Cosemans zetten de muzikanten hun zin door: een concours. Cosemans, die helemaal niet gecharmeerd was van dat pan, moest wijken voor de professionele musicus Tjeu Janssen uit Elsloo. De meesten die hem meegemaakt hebben zullen beamen dat hij een zeer deskundig dirigent was, maar geen gemakkelijk man. Hij verbroederde zich niet gemakkelijk met zijn muzikanten. En hij was een perfectionist. Een man die op de laatste repetitie voor het concours zijn dirigeerstokje naar de orkestleden smeet en riep: “Ga maar zonder mij, jullie maken er niets van.”

Desondanks bereikte Janssen in 1948 met Urmond de Superieure Afdeling. Dat gebeurde in Aalsmeer en oprichter Alphons ‘Fonke’ Leers reisde mee als supporter. Hij volgde gespannen de uitvoering van de Czardas, die hij tijdens vele repetities had horen uitgroeien tot een welhaast perfecte muziekuitvoering. Hji drukt van zenuwen dan ook prompt een tand uit zijn mond toen hij een fout meende te horen!
Na de uitvoering van de Marche aux Flambeau ging het publiek massaal overeind voor een daverende ovatie en zelfs de juryleden, ieder in hun eigen hokje, stonden van hun stoelen op en klapten mee. Dat gebeurde een jaar later, in de Pekingtuin in Baarn weer.
In 1961 behaalde Janssen met zijn Sint Martinus in Leiden het landskampioenschap. Maar ook de uitvoeringen van Divertimento Festivo en Images d’Eté tijdens het Holland-festival in Scheveningen in 1962 baarden opzien. Slechts twee keer in haar hele bestaan moest de fanfare het doen met een eerste prijs zonder lof der jury. Alle andere keren was het met lof of, in voorkomende gevallen, promotie. Een lijn die dirigent August Thissen wist voort te zetten nadat hij in 1968 de boel overnam. De man uit Grevenbicht, die al eerder de Urmondse drumband onder zijn hoede had gehad, sleepte in 1976 in Kerkrade de tweede oranje wimpel met het korps binnen. Maar behalve prestaties die met punten gewaardeerd worden, zijn er ook indrukwekkende prestaties geleverd, waarvoor nooit punten toegekend zijn. Zo het radioconcert dat Sint Martinus in 1974 verzorgde en waarvan een criticus schreef:”De volkskunst is sinds eeuwen de bron van alle beschaving.”

 

De leden van de in 1968 opgerichte drumband verzuimden niet het goede voorbeeld van hun fanfarecollega’s te volgen: binnen 12 jaar bereikte men de hoogste afdeling van de Limburgse Bond van Tamboerkorpsen. Solisten van de drumband werden Nederlands kampioen.

Welkom

Sponsors

imgimg